Auteur: Luc De Nauw Bron: Lezing gepresenteerd op het symposium ‘Arbeidsgerelateerde problemen‘, Najaarsconferentie ‘Gedragstherapie en samenleving’, Najaarsconferentie Nederlandse en Vlaamse verenigingen voor gedragstherapie, Veldhoven, 10 november 2000. Abstract Arbeidsgerelateerde klachten kunnen vaak in verband gebracht worden met disfunctioneren van de cliënt in de arbeidssituatie. Dit disfunctioneren wordt gewoonlijk toegeschreven aan ‘mankementen’, bijvoorbeeld aan vaardigheidstekorten (timemanagement, stressmanagement, assertiviteit, e.d.) of aan tekortschietende persoonlijkheidskenmerken (b.v. stressbestendigheid, perfectionisme). De behandeling is vervolgens gericht op het verhelpen of compenseren van deze ‘tekorten’ van het individu. In een constructioneel-gedragstherapeutische benadering van arbeidsgerelateerde klachten wordt het disfunctioneren daarentegen in verband gebracht met responsiviteits-beperkingen in de arbeidssituatie. De arbeidssituatie biedt betrokkene niet (meer) voldoende voor hem/haar vitale, individuspecifieke aanknopingspunten (i.c. discriminatieve stimuli) om het welbevinden via eigen actie te bewaken. De behandeling is vervolgens gericht op verhelpen van deze ‘tekorten’ in de situatie. De persoon wordt daarbij als ‘uitgangspunt’ genomen. De wijze waarop e.a. wordt gerealiseerd, is kenmerkend voor iedere constructionele gedragstherapie. Het (nog wel) goed lopende functioneren wordt versterkt. Het effect is dat de opvallendheid wordt vergroot van de vitale, individuspecifieke discriminatieve stimuli die nog wel in de arbeidssituatie aanwezig zijn of die met enige aanpassing van de situatie weer in de arbeidssituatie te vinden zijn. Zodra de arbeidssituatie weer voldoende aanknopingspunten biedt, herstelt het klachtenvrije functioneren zich zonder verdere interventie en nemen de arbeidsgerelateerde klachten evenredig af. ![]() cbaa_2000_9_de_nauw.doc |